Today's edition (July 28th, 2004) of the Belgian newspaper 'De Morgen' contains an article about Tom Waits's first Belgian concert in Brussels back in 1976.
The first line of the article reads:
'Details will follow later, but Tom Waits is most certainly coming to Belgium at the end of this year to promote his new album 'Real Gone', due on October 4th.'
De Morgen is a well-informed quality newspaper. I was not able to find any further information on this statement yet.
Thanks a lot for the info, Anonymous. For those interested, here's the entire (dutch) article;
DE EERSTE TATOEAGE VAN TOM WAITS
[De Morgen van 28-07-2004 - door Vincent Byloo]
De details volgen later, maar Tom Waits komt dit najaar geheid naar België om er zijn op 4 oktober te verschijnen nieuweling, Real Gone, te presenteren. Hoog tijd dus om eens terug te blikken op zijn eerste bezoek aan Brussel. In mei 1976 stond Waits op de planken van de Beursschouwburg:een reconstructie.
In de begindagen van Tom Waits' zich nog volop ontplooiende muzikantschap was hij, zij het bij een klein publiek, toch al een naam van kaliber. Hijzou zijn geboren op de achterbank van een taxi, op slechts meters van de kraamkliniek en Waits dweepte haast met de dertien weinig glamoureuze stielen die hij op zijn jonge leeftijd al bedreven had: van bordenwasser over hamburgerventer tot loodgieter. Maar zijn helden waren roemruchter dan de lowlifes die hem in de straten en steegjes van LA omringden. Waits wilde niet minder dan de nieuwe Howlin' Wolf zijn, maar luisterde ook naar Cole Porter en Bessie Smith. Visueel werd de jongeman geprikkeld door de schilderijen van Edward Hopper en zijn eloquentie ontleende Waits aan de beatniks, met Jack Kerouac op kop, en de schrijvende roodneus Charles Bukowski.
Maar echt wat je noemt een grote naam was Tom Waits nog niet in 1976, al zou daar snel verandering in komen. Hoe klein ook de schare afnemers van zijn eerste drie platen, Waits-aficionado's waren (toen al) fans voor hetleven. Met good ol' Tom en de verongelijkte personages die de decors vanzijn liedjes bevolkten, was het voor puberende en adolescente kneusjesimmers heerlijk sympathiseren. Waits' eersteling, Closing Time (1973), gafeen stem aan gelegenheidscynici van het type underdog: de tijdelijkeslachtoffers van liefdesrampen en occasionele doemdenkers met een hangnaar (iets minder occasionele) drankzucht. De Californische bard liet zichin die dagen dan ook flink vollopen met bourbon, in zijn zo al van teerdoortrokken keel een knoert van een fluim achterlatend die met geen whiskymeer weg te spoelen viel, maar integendeel met de jaren alleen maar inomvang toenam.
En toch waren er mensen die hun hart hadden verpand aan die schorredronkelap. Ook in België, waar zijn platen danig gingen circuleren onderenkele honderden studenten en ander vroegrijp volk. Tom Waits was toen nogeen strikte underground-aangelegenheid, want speelde Closing Time zich afin het schaarse schijnsel van cafés waar de stoelen al uren op de tafelsstaan, dan baadden The Heart of Saturday Night ('74) en Nighthawks at theDiner ('75) in het felroze neonlicht van ranzige stripteasebars en ongurehoerenkasten.
GUEUZE EN VETTIGE HAMBURGERS
Jari Demeulemeester (inmiddels directeur van de Ancienne Belgique, maarindertijd concertorganisator voor de Brusselse Beursschouwburg) hield aaneen bezoek aan platenfirma EMI een cassette over met The Heart of SaturdayNight. Hij was meteen verkocht. Vanuit zijn kantoor ging onverwijld eentelex richting Amerika: of meneer Waits zo vriendelijk wilde zijn omtijdens zijn Europese tournee ook Brussel aan te doen? Ongeveertegelijkertijd smeedden twee jonge bewonderaars boude plannen methetzelfde opzet: Tom Waits naar België halen. Charlie Poel, beginnendrockjournalist bij Humo, en Bert De Korte, zoon van de illustere Jan DeKorte, schreven een brief naar Waits' agent in Scandinavië. "Meer uitidolatrie dan wat anders, maar we waagden gewoon onze kans", zegt CharliePoel nu. Die kans bleek groter dan verwacht, want niet veel later kwam hetverlossende bericht van Herb Cohen, Waits' manager die ook de belangen vanFrank Zappa en de toen net overleden Tim Buckley behartigde: 'Mister Waitsis coming.'
En zo geschiedde. In mei 1976 kwam de Amerikaan overgevlogen uit Nederlanden, jazeker, de jonge troubadour liep er minstens even sjofel bij als deverschoppelingen die in zijn songs rondwaarden. Jari Demeulemeester weetnog dat hij Waits ging oppikken in Zaventem. "Eerst kwamen zijn driemuzikanten het vliegtuig uitgestapt. Toen de laatste passagier,ogenschijnlijk een clochard, de trap afdaalde, dachten we dat Waits nietwas meegekomen. Maar natuurlijk bleek hij net die rare zwerver te zijn."
Toen al had de concertorganisator kunnen weten dat hij die voddige bardniet moest te slapen leggen in het chique Royal Windsor Hotel. Na ampereen nacht nam Waits er de benen en verkaste naar een verpauperd kamertjeboven een groezelig café. Op comfort was deze wijsneus niet gesteld, zijnschamele duiten gaf hij liever uit in de talrijke drenkplaatsen die hij inBrussel bezocht. Waits had nog heel wat tijd te doden in de dagen voorzijn optreden en nachtbraken was voor hem meer een way of life dan gewoonmaar wat vrijetijdsbesteding. De Californiër leefde als de Nighthawks atthe Diner van zijn nieuwste plaat: de nachtraaf die de klok rond aan naarfrituurvet geurende kraampjes vertoefde en meer van een vettige hamburgerwas gediend dan een vers geopende oester.
Jan Van Hemeldonck, voormalig sterreporter van Het Laatste Nieuws, brachtenkele van die nachten door aan de zijde van de jonge god. "We leerden hemeen paar Belgische bieren kennen en vooral gueuze beviel hem wel. Hijheeft zelfs enkele flessen mee naar Amerika genomen, maar later hoorde ikdat ze op de luchthaven van LA zijn geconfisqueerd." Bij een glasgerstenat werd uiteraard een eind weg gezeverd, want bovenal was Waits eenman met een mening. Gevraagd wat hij van de hele punkbeweging vond,antwoordde hij: "It's a room without furniture, completely empty."
Maar een en ander baarde de volkszanger ook zorgen. De groepjes die metcovers van zijn nummers hitjes scoorden bijvoorbeeld (The Eagles' versievan 'Ol' 55' stond hem beslist niet aan), maar ook de geruchten over zijnvermeende affaire met Rickie Lee Jones zaten hem hoog. "In Amerika werd erduchtig gespeculeerd over die verhouding. Tom vreesde dat zijn(toenmalige) vriendin de geruchten zou geloven en voelde zich machteloosomdat hij haar vanuit het verre Europa niet kon uitleggen wat er preciesaan de hand was", vertelt Van Hemeldonck. Zeker, dit was de zanger van 'IHope that I don't Fall in Love with You' en 'Better Off Without a Wife'.
Die eerste avond al sprak Waits de woorden "I want a black raincoat and atattoo." De zwarte regenjas kocht hij de dag nadien al. En ja, "Tom lietzijn eerste tatoeage in België zetten", zegt Charlie Poel. Maar Waits wasniet alleen naar Brussel gekomen om bier te drinken, een regenjas te kopenen een tatoeage te laten etsen, muziek spelen deed hij evenzeer elke dag.Zat hij in een zaaltje van de Beursschouwburg niet te repeteren aan depiano, dan speelde hij weleens een nieuw nummer in deze of gene studio.Jan Van Hemeldonck, tevens medewerker aan het BRT-programma Tienerklanken,haalde hem naar de vertrekken van Chez Paul Au Gaity aan de Wolvengrachtom enkele nummertjes te doen. "We maakten in de reeks 'Pop & Poëzie' eenaflevering over de beat poets en we beschouwden Tom als de nieuwevertegenwoordiger van dat genre. Hij speelde 'Pasties and a G-string', datlater dat jaar op Small Change zou verschijnen, en een improvisatie opJack Kerouacs On The Road."
PETJE AF
En dan was er natuurlijk nog Het Optreden, op 31 mei in deBeursschouwburg. Waits kreeg er 30.000 ouwe Belgische duiten voor, in dietijd toch niet minnetjes. Een kaartje kostte 200 frank, maar deoverlevende ooggetuigen zijn unaniem: Tom Waits was iedere cent van datbedrag waard. "Ik vond het optreden zelfs zo fantastisch", zegtorganisator Demeulemeester jaren later, "dat ik het in mijn herinneringzowaar heb verdrievoudigd. Hoewel iedereen me tegenspreekt, meen ik nogaltijd drie optredens van Waits te hebben gezien." Ook Guido Minne,tegenwoordig aan het roer van de vernieuwde Beursschouwburg, was erbij enzag dat het goed was. "Ik was nog jong, maar al een grote fan. Tevredenwas ik vooral omdat hij zo lang speelde."
Meer dan twee uur zou Waits' set hebben geduurd, hij werd door hetenthousiaste publiek tot drie keer teruggeroepen. Geruggensteund door eenschrale maar daarom niet minder pompende jazzy begeleidingsgroep gaf Waitsgestalte aan een dozijn van de elfendertig personages die in zijn vroegeoeuvre al voorbijwaaiden: de loner, de outlaw, de hoerenloper, dezuipschuit met een slechte lever en een gebroken hart. Op het podium stondeen meeslepende storyteller en een onweerstaanbare humorist. Het enemoment had hij het over fastfood waarvan je genoeg gas gaat produceren omeen tankstation mee te bevoorraden, het andere over een vrouw die al zovaak was getrouwd dat ze er rijstlittekens had aan overgehouden. De enekeer stond hij spastisch aan de microfoon, een andere keer kroop hijachter zijn dronken piano, dan weer liep hij met een bezem het podium afte borstelen.
Waits grossierde daarbij uit zijn pas verschenen Nighthawks at the Diner,maar was niet te beroerd om ook verzoekjes als 'Martha' of 'Ol' 55' tespelen. Daar op de planken van de Beursschouwburg, op 31 mei 1976, stondeen rasartiest. Muzikaal zelfverzekerd, intelligent en gevat. Humo-recensent Marc Didden zag "een staaltje van onder een diepe laagmenselijkheid weggeborgen vakmanschap", zijn collega Charlie Poel "eendichter van de zelfkant op zijn best".
Nogal logisch dat zo'n optreden, volgens Waits zelf "een van de beste dieik tot nu toe gegeven heb", serieus werd gevierd. Tot diep in de nachtklopte de tapinstallatie overuren. Er werd verbroederd, gelachen en veelgedronken. Voor de bard weer naar een ander buitenland vertrok, werden eenlaatste keer de bekende cafés aangedaan: De Kaai, Le Coq en - naargelangde bron - ook het subkultureelsentrum De Dolle Mol, waar goed volk alsJotie T'Hooft, Jeroen Brouwers, Louis Paul Boon en andere tedereanarchisten het behang vormden. Marc Didden, Bert De Korte en Charlie Poelnamen hun tijdelijke drinkebroer zelfs mee naar de Leuvense Muntstraat,voor een laatste neut in het intussen ter ziele gegane folkcafé DeReynaert. Die laatste weet nog dat Waits het toen aan de stok kreeg meteen stamgast: "Een caféklant was Tom aan het plagen door voortdurend dienspet van zijn hoofd te trekken."
"Dat moet Witten Eric geweest zijn", herinnert zich Mark Bleys, die er debewuste avond de tapkraan beroerde. In zijn kroeg werd niet meteenopgekeken naar een artiest als Tom Waits. "We kregen toen zoveelmuzikanten over de vloer. Kevin Coyne kwam vaak pinten pakken en ook TheDubliners waren kind aan huis. Tom Waits zette die avond een grote mond open een Amerikaans accent lag niet zo goed bij onze habitués. Toen er ruzievan kwam met Witten Eric heb ik ze allemaal buitengezet." Witten Eric doeter bijna dertig jaar na de feiten liever het zwijgen toe. De onverlaat tezijn die het aan de stok heeft gehad met de intussen mondiaalgerespecteerde Tom Waits, lijkt dan ook een twijfelachtige eer. "Ik haddie avond veel te veel gedronken en herinner er mij nog maar weinig van.Maar ja, er zijn woorden geweest", geeft hij toe.
De Californiër kon het waarschijnlijk allemaal weinig schelen. Wat laterwas hij alweer met de noorderzon verdwenen. Al keerde hij snel terug: eenjaar later, in 1977, stond de troubadour al in de Passage 44, "als eenvermoeide barpianist", dixit een ooggetuige. "Avant-gardistisch cool"en "even sterk als intimistisch", zo staat het hem levendig voor de geest.Nog anderen die hem toen aan het werk zagen, herinneren zich vooral Waits'rookslierten, die haast een substantieel onderdeel van het decoruitmaakten. Maar volgens mensen die konden vergelijken met zijn eerstebezoek aan Brussel, waren de magie en spontaniteit al lichtjes tanende.
En toen werd de artiest Waits opgeslokt door het mercantiele muziekcircus.Goede tot fantastische platen ten spijt, raakte de ooit zo benaderbarebard nog slechts één keer in België, het land waarmee hij toch een bandbeweerde te hebben. En nu, exact twintig jaar na zijn laatste bezoek aanonze contreien (in 1984 speelde Waits nog in het Paleis voor SchoneKunsten), lijkt daar weer eens verandering in te komen. Eind goed al goed,kortom.
"Nog maar net in België? aangekomen zei Tom Waits: 'I want a blackraincoat and a tattoo.' Die regenjas kocht hij de dag nadien al. En ja,Waits liet zijn eerste tatoeage in België? zetten"
yeah,i found the same rumour in the humo,a decent belgian magazine,but i haven't found any other information about it yet,but it's very possible he's coming to belgium for the first time in 20 years, i hope it's true cause i've never seen him perform before and i can't wait
4 comments:
Today's edition (July 28th, 2004) of the Belgian newspaper 'De Morgen' contains an article about Tom Waits's first Belgian concert in Brussels back in 1976.
The first line of the article reads:
'Details will follow later, but Tom Waits is most certainly coming to Belgium at the end of this year to promote his new album 'Real Gone', due on October 4th.'
De Morgen is a well-informed quality newspaper. I was not able to find any further information on this statement yet.
Thanks a lot for the info, Anonymous. For those interested, here's the entire (dutch) article;
DE EERSTE TATOEAGE VAN TOM WAITS
[De Morgen van 28-07-2004 - door Vincent Byloo]
De details volgen later, maar Tom Waits komt dit najaar geheid naar België om er zijn op 4 oktober te verschijnen nieuweling, Real Gone, te presenteren. Hoog tijd dus om eens terug te blikken op zijn eerste bezoek aan Brussel. In mei 1976 stond Waits op de planken van de Beursschouwburg:een reconstructie.
In de begindagen van Tom Waits' zich nog volop ontplooiende muzikantschap was hij, zij het bij een klein publiek, toch al een naam van kaliber. Hijzou zijn geboren op de achterbank van een taxi, op slechts meters van de kraamkliniek en Waits dweepte haast met de dertien weinig glamoureuze stielen die hij op zijn jonge leeftijd al bedreven had: van bordenwasser over hamburgerventer tot loodgieter. Maar zijn helden waren roemruchter dan de lowlifes die hem in de straten en steegjes van LA omringden. Waits wilde niet minder dan de nieuwe Howlin' Wolf zijn, maar luisterde ook naar Cole Porter en Bessie Smith. Visueel werd de jongeman geprikkeld door de schilderijen van Edward Hopper en zijn eloquentie ontleende Waits aan de beatniks, met Jack Kerouac op kop, en de schrijvende roodneus Charles Bukowski.
Maar echt wat je noemt een grote naam was Tom Waits nog niet in 1976, al zou daar snel verandering in komen. Hoe klein ook de schare afnemers van zijn eerste drie platen, Waits-aficionado's waren (toen al) fans voor hetleven. Met good ol' Tom en de verongelijkte personages die de decors vanzijn liedjes bevolkten, was het voor puberende en adolescente kneusjesimmers heerlijk sympathiseren. Waits' eersteling, Closing Time (1973), gafeen stem aan gelegenheidscynici van het type underdog: de tijdelijkeslachtoffers van liefdesrampen en occasionele doemdenkers met een hangnaar (iets minder occasionele) drankzucht. De Californische bard liet zichin die dagen dan ook flink vollopen met bourbon, in zijn zo al van teerdoortrokken keel een knoert van een fluim achterlatend die met geen whiskymeer weg te spoelen viel, maar integendeel met de jaren alleen maar inomvang toenam.
En toch waren er mensen die hun hart hadden verpand aan die schorredronkelap. Ook in België, waar zijn platen danig gingen circuleren onderenkele honderden studenten en ander vroegrijp volk. Tom Waits was toen nogeen strikte underground-aangelegenheid, want speelde Closing Time zich afin het schaarse schijnsel van cafés waar de stoelen al uren op de tafelsstaan, dan baadden The Heart of Saturday Night ('74) en Nighthawks at theDiner ('75) in het felroze neonlicht van ranzige stripteasebars en ongurehoerenkasten.
GUEUZE EN VETTIGE HAMBURGERS
Jari Demeulemeester (inmiddels directeur van de Ancienne Belgique, maarindertijd concertorganisator voor de Brusselse Beursschouwburg) hield aaneen bezoek aan platenfirma EMI een cassette over met The Heart of SaturdayNight. Hij was meteen verkocht. Vanuit zijn kantoor ging onverwijld eentelex richting Amerika: of meneer Waits zo vriendelijk wilde zijn omtijdens zijn Europese tournee ook Brussel aan te doen? Ongeveertegelijkertijd smeedden twee jonge bewonderaars boude plannen methetzelfde opzet: Tom Waits naar België halen. Charlie Poel, beginnendrockjournalist bij Humo, en Bert De Korte, zoon van de illustere Jan DeKorte, schreven een brief naar Waits' agent in Scandinavië. "Meer uitidolatrie dan wat anders, maar we waagden gewoon onze kans", zegt CharliePoel nu. Die kans bleek groter dan verwacht, want niet veel later kwam hetverlossende bericht van Herb Cohen, Waits' manager die ook de belangen vanFrank Zappa en de toen net overleden Tim Buckley behartigde: 'Mister Waitsis coming.'
En zo geschiedde. In mei 1976 kwam de Amerikaan overgevlogen uit Nederlanden, jazeker, de jonge troubadour liep er minstens even sjofel bij als deverschoppelingen die in zijn songs rondwaarden. Jari Demeulemeester weetnog dat hij Waits ging oppikken in Zaventem. "Eerst kwamen zijn driemuzikanten het vliegtuig uitgestapt. Toen de laatste passagier,ogenschijnlijk een clochard, de trap afdaalde, dachten we dat Waits nietwas meegekomen. Maar natuurlijk bleek hij net die rare zwerver te zijn."
Toen al had de concertorganisator kunnen weten dat hij die voddige bardniet moest te slapen leggen in het chique Royal Windsor Hotel. Na ampereen nacht nam Waits er de benen en verkaste naar een verpauperd kamertjeboven een groezelig café. Op comfort was deze wijsneus niet gesteld, zijnschamele duiten gaf hij liever uit in de talrijke drenkplaatsen die hij inBrussel bezocht. Waits had nog heel wat tijd te doden in de dagen voorzijn optreden en nachtbraken was voor hem meer een way of life dan gewoonmaar wat vrijetijdsbesteding. De Californiër leefde als de Nighthawks atthe Diner van zijn nieuwste plaat: de nachtraaf die de klok rond aan naarfrituurvet geurende kraampjes vertoefde en meer van een vettige hamburgerwas gediend dan een vers geopende oester.
Jan Van Hemeldonck, voormalig sterreporter van Het Laatste Nieuws, brachtenkele van die nachten door aan de zijde van de jonge god. "We leerden hemeen paar Belgische bieren kennen en vooral gueuze beviel hem wel. Hijheeft zelfs enkele flessen mee naar Amerika genomen, maar later hoorde ikdat ze op de luchthaven van LA zijn geconfisqueerd." Bij een glasgerstenat werd uiteraard een eind weg gezeverd, want bovenal was Waits eenman met een mening. Gevraagd wat hij van de hele punkbeweging vond,antwoordde hij: "It's a room without furniture, completely empty."
Maar een en ander baarde de volkszanger ook zorgen. De groepjes die metcovers van zijn nummers hitjes scoorden bijvoorbeeld (The Eagles' versievan 'Ol' 55' stond hem beslist niet aan), maar ook de geruchten over zijnvermeende affaire met Rickie Lee Jones zaten hem hoog. "In Amerika werd erduchtig gespeculeerd over die verhouding. Tom vreesde dat zijn(toenmalige) vriendin de geruchten zou geloven en voelde zich machteloosomdat hij haar vanuit het verre Europa niet kon uitleggen wat er preciesaan de hand was", vertelt Van Hemeldonck. Zeker, dit was de zanger van 'IHope that I don't Fall in Love with You' en 'Better Off Without a Wife'.
Die eerste avond al sprak Waits de woorden "I want a black raincoat and atattoo." De zwarte regenjas kocht hij de dag nadien al. En ja, "Tom lietzijn eerste tatoeage in België zetten", zegt Charlie Poel. Maar Waits wasniet alleen naar Brussel gekomen om bier te drinken, een regenjas te kopenen een tatoeage te laten etsen, muziek spelen deed hij evenzeer elke dag.Zat hij in een zaaltje van de Beursschouwburg niet te repeteren aan depiano, dan speelde hij weleens een nieuw nummer in deze of gene studio.Jan Van Hemeldonck, tevens medewerker aan het BRT-programma Tienerklanken,haalde hem naar de vertrekken van Chez Paul Au Gaity aan de Wolvengrachtom enkele nummertjes te doen. "We maakten in de reeks 'Pop & Poëzie' eenaflevering over de beat poets en we beschouwden Tom als de nieuwevertegenwoordiger van dat genre. Hij speelde 'Pasties and a G-string', datlater dat jaar op Small Change zou verschijnen, en een improvisatie opJack Kerouacs On The Road."
PETJE AF
En dan was er natuurlijk nog Het Optreden, op 31 mei in deBeursschouwburg. Waits kreeg er 30.000 ouwe Belgische duiten voor, in dietijd toch niet minnetjes. Een kaartje kostte 200 frank, maar deoverlevende ooggetuigen zijn unaniem: Tom Waits was iedere cent van datbedrag waard. "Ik vond het optreden zelfs zo fantastisch", zegtorganisator Demeulemeester jaren later, "dat ik het in mijn herinneringzowaar heb verdrievoudigd. Hoewel iedereen me tegenspreekt, meen ik nogaltijd drie optredens van Waits te hebben gezien." Ook Guido Minne,tegenwoordig aan het roer van de vernieuwde Beursschouwburg, was erbij enzag dat het goed was. "Ik was nog jong, maar al een grote fan. Tevredenwas ik vooral omdat hij zo lang speelde."
Meer dan twee uur zou Waits' set hebben geduurd, hij werd door hetenthousiaste publiek tot drie keer teruggeroepen. Geruggensteund door eenschrale maar daarom niet minder pompende jazzy begeleidingsgroep gaf Waitsgestalte aan een dozijn van de elfendertig personages die in zijn vroegeoeuvre al voorbijwaaiden: de loner, de outlaw, de hoerenloper, dezuipschuit met een slechte lever en een gebroken hart. Op het podium stondeen meeslepende storyteller en een onweerstaanbare humorist. Het enemoment had hij het over fastfood waarvan je genoeg gas gaat produceren omeen tankstation mee te bevoorraden, het andere over een vrouw die al zovaak was getrouwd dat ze er rijstlittekens had aan overgehouden. De enekeer stond hij spastisch aan de microfoon, een andere keer kroop hijachter zijn dronken piano, dan weer liep hij met een bezem het podium afte borstelen.
Waits grossierde daarbij uit zijn pas verschenen Nighthawks at the Diner,maar was niet te beroerd om ook verzoekjes als 'Martha' of 'Ol' 55' tespelen. Daar op de planken van de Beursschouwburg, op 31 mei 1976, stondeen rasartiest. Muzikaal zelfverzekerd, intelligent en gevat. Humo-recensent Marc Didden zag "een staaltje van onder een diepe laagmenselijkheid weggeborgen vakmanschap", zijn collega Charlie Poel "eendichter van de zelfkant op zijn best".
Nogal logisch dat zo'n optreden, volgens Waits zelf "een van de beste dieik tot nu toe gegeven heb", serieus werd gevierd. Tot diep in de nachtklopte de tapinstallatie overuren. Er werd verbroederd, gelachen en veelgedronken. Voor de bard weer naar een ander buitenland vertrok, werden eenlaatste keer de bekende cafés aangedaan: De Kaai, Le Coq en - naargelangde bron - ook het subkultureelsentrum De Dolle Mol, waar goed volk alsJotie T'Hooft, Jeroen Brouwers, Louis Paul Boon en andere tedereanarchisten het behang vormden. Marc Didden, Bert De Korte en Charlie Poelnamen hun tijdelijke drinkebroer zelfs mee naar de Leuvense Muntstraat,voor een laatste neut in het intussen ter ziele gegane folkcafé DeReynaert. Die laatste weet nog dat Waits het toen aan de stok kreeg meteen stamgast: "Een caféklant was Tom aan het plagen door voortdurend dienspet van zijn hoofd te trekken."
"Dat moet Witten Eric geweest zijn", herinnert zich Mark Bleys, die er debewuste avond de tapkraan beroerde. In zijn kroeg werd niet meteenopgekeken naar een artiest als Tom Waits. "We kregen toen zoveelmuzikanten over de vloer. Kevin Coyne kwam vaak pinten pakken en ook TheDubliners waren kind aan huis. Tom Waits zette die avond een grote mond open een Amerikaans accent lag niet zo goed bij onze habitués. Toen er ruzievan kwam met Witten Eric heb ik ze allemaal buitengezet." Witten Eric doeter bijna dertig jaar na de feiten liever het zwijgen toe. De onverlaat tezijn die het aan de stok heeft gehad met de intussen mondiaalgerespecteerde Tom Waits, lijkt dan ook een twijfelachtige eer. "Ik haddie avond veel te veel gedronken en herinner er mij nog maar weinig van.Maar ja, er zijn woorden geweest", geeft hij toe.
De Californiër kon het waarschijnlijk allemaal weinig schelen. Wat laterwas hij alweer met de noorderzon verdwenen. Al keerde hij snel terug: eenjaar later, in 1977, stond de troubadour al in de Passage 44, "als eenvermoeide barpianist", dixit een ooggetuige. "Avant-gardistisch cool"en "even sterk als intimistisch", zo staat het hem levendig voor de geest.Nog anderen die hem toen aan het werk zagen, herinneren zich vooral Waits'rookslierten, die haast een substantieel onderdeel van het decoruitmaakten. Maar volgens mensen die konden vergelijken met zijn eerstebezoek aan Brussel, waren de magie en spontaniteit al lichtjes tanende.
En toen werd de artiest Waits opgeslokt door het mercantiele muziekcircus.Goede tot fantastische platen ten spijt, raakte de ooit zo benaderbarebard nog slechts één keer in België, het land waarmee hij toch een bandbeweerde te hebben. En nu, exact twintig jaar na zijn laatste bezoek aanonze contreien (in 1984 speelde Waits nog in het Paleis voor SchoneKunsten), lijkt daar weer eens verandering in te komen. Eind goed al goed,kortom.
"Nog maar net in België? aangekomen zei Tom Waits: 'I want a blackraincoat and a tattoo.' Die regenjas kocht hij de dag nadien al. En ja,Waits liet zijn eerste tatoeage in België? zetten"
yeah,i found the same rumour in the humo,a decent belgian magazine,but i haven't found any other information about it yet,but it's very possible he's coming to belgium for the first time in 20 years, i hope it's true cause i've never seen him perform before and i can't wait
Post a Comment